De geschiedenis van Tallinn

Tallinn is een stad met een rijke historie. Al halverwege de twaalfde eeuw werd de naam Rävala genoemd, waarmee verwezen werd naar de nederzetting die toen aanwezig was op de plek waar tegenwoordig honderdduizenden mensen wonen. Naar vermoed woonden er echter al mensen rond 3000 jaar voor het begin van onze jaartelling. Archeologische vondsten in het centrum van Tallinn van aardewerk wijst erop dat er toen hier al mensen woonden. De eerste stenen bouwwerken stammen vermoedelijk uit het jaar 1050. Dit jaar wordt algemeen aangehouden als het ontstaan van Rävala dat later verbasterd is tot Reval, de naam die Tallinn tot 1918 had.



De middeleeuwen

Binnen de ontwikkeling van Reval (het latere Tallinn) zijn de middeleeuwen zeer belangrijk geweest. De Domberg werd in de twaalfde en dertiende eeuw bebouwd. In het jaar 1284 werd Reval een Hanzestad. Reval was op dat moment in handen van de Denen. Hanzesteden zijn steden die binnen een samenwerkingsverband vielen in de middeleeuwen. De samenwerking van de diverse handelsnederzettingen zorgden voor een efficiënt logistiek netwerk voor de handelaren. De Hanzesteden waren in deze periode belangrijke pionnen in de nationale en internationale handel. Binnen deze steden was er dan ook sprake van een hoge welvaart. Het maakte de Hanzesteden ook gewild om te bezetten. Strategisch gezien waren deze steden van levensbelang voor de omringende gebieden. De Hanze was in die tijd ook de reden dat er munten geslagen werden in dit West- en Noord-Europa. Deze munten vereenvoudigden de onderlinge handel. Het gebruik van verschillende munten zorgde er zelfs voor dat er wisselkoersen ontstonden en in een later stadium er wisselbrieven gebruikt werden. Deze waardepapieren waren de voorlopers van geld en cheques, zoals we die tegenwoordig kennen.

Hanzestad Tallinn

In deze bloeiperiode ontstond een groot deel van het historisch centrum van Tallinn. Vrijwel heel Vanalinn (Oud Tallinn) is in de periode van de Hanze ontstaan. De toenemende macht van Duitsland en de reformatie maakten in de loop van de zestiende eeuw een einde aan de macht van de Hanze. Reval (Tallinn) verloor haar invloedrijke positie in de Baltische regio. De van een flink verdedigingswerk voorziene stad werd veelvuldig aangevallen, onder andere door de Rus Ivan de Verschrikkelijke. Reval heeft zich bij Zweden aangesloten in een poging de aanvallen vanuit Rusland te weerstaan.

Tallinn heel lang geleden.

Rusland

De Russen vallen Tallinn meerdere keren tevergeefs aan. Reval (Tallinn) weet tot het jaar 1710 stand te houden. In dat jaar weet Peter de Grote de macht over Estland en Letland te krijgen. In de eerste Russische periode worden nieuwe bouwwerken toegevoegd aan Reval, zoals het barokke Kadriorg Paleis, Jaani kirik en de nu nog steeds dominant op de Domberg aanwezige Nevsky-kathedaal. Het Russische tijdperk duurt tot 1918, het jaar waarin Estland haar onafhankelijkheid uitroept. Hoofdstad Reval wordt sindsdien Tallinn genoemd. De Russen erkennen de onafhankelijkheid van Estland pas aan het eind van de Onafhankelijkheidsoorlog die van 1918 tot 1920 duurt. Dit werd op 2 februari vastgelegd binnen de Vrede van Tartu.

De vrijheid van Estland was slechts van vrij korte duur. In 1940 schond de Sovjet-Unie het eerder getekende verdrag door Estland opnieuw te bezetten. Estland werd vanaf dat moment de Estische Socialistische Sovjetrepubliek. Het communistische regime heeft in de decennia die daarop volgden van Tallinn een belangrijke satellietstad van de Sovjet-Unie gemaakt. Er werden compleet nieuwe wijken aan Tallinn toegevoegd vol woonblokken waar Russen in gehuisvest werden. Onder het Sovjet-bewind groeide het inwoneraantal van Tallinn van minder dan tweehonderdduizend in 1940 naar bijna een half miljoen in 1989. Het grootste deel van de bevolkingsgroei werd veroorzaakt door immigratie van Russen. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, in 1991, heeft een deel van de Russen Tallinn verlaten. Tegenwoordig is ongeveer de helft van de inwoners van Tallinn nog van Russische afkomst.

Europese Unie

Sinds 20 augustus 1991 is Estland officieel weer een zelfstandige republiek. Er werd in korte tijd een omslag gemaakt van een sociaalcommunistisch systeem naar een democratische vrije markteconomie. De eerste tien jaar is vooral een overgangsperiode geweest, waarin er binnen Estland en Tallinn de randvoorwaarden vorm kregen die voor een gezonde economie moesten zorgen. De ontwikkelingen liepen zo voorspoedig dat al in 2004 Estland toetrad tot zowel de NAVO als de Europese Unie. In 2007 mocht Estland ook toetreden tot het Verdrag van Schengen, waardoor er vrij verkeer van personen en goederen mogelijk werd. Sinds 1 januari 2011 doet Estland ook mee aan de euro. Binnen twintig jaar is Tallinn omgetoverd van een Russische stad met een historische kern tot een moderne Europese stad, waar de levenskwaliteit enorm toegenomen is.